Het Verwey-Jonker Instituut heeft een studie gedaan naar het ontstaan van radicalisering in de vroege adolescentie en de rol van het onderwijs hierbij. Door beter aan te sluiten bij de identiteitsbehoeften van jongeren kunnen eventuele radicale gedachten worden bijgestuurd naar positieve politieke of maatschappelijke betrokkenheid. Een benadering die tot op heden onderbelicht is gebleven in onderzoek en ook onvoldoende aanwezig in bestaande beleidsstrategieën voor het onderwijs. Uit het onderzoek komt naar voren dat docenten en scholen behoefte hebben aan handvatten voor het herkennen van radicalisering. De beoordeling daarvan is vaak subjectief, waarbij ook allerlei andere gedragskenmerken een rol spelen waarvan docenten soms niet duidelijk hebben of het signalen zijn van radicalisering of van andere problemen die zijn gerelateerd aan de puberteit.
Klik hier voor het rapport identiteitsontwikkeling bij jongeren.