Gamen? Alleen in het weekeinde!

Auteur: bert van de Bovenkamp
Hoe is het jou vergaan tijdens de vakantie? Kreeg je de kinderen zover om te gaan zwemmen? Of nog lastiger: om een leuk stadje te bekijken? En waren ze aanspreekbaar aan tafel of zaten ze de hele tijd op hun smartphone? Het heeft ons in ieder geval weer de nodige moeite gekost om onze pubers in beweging te krijgen en ze uit te leggen dat je aan tafel niet met je oortjes in gaat zitten. En als ik de verhalen om mij heen zo hoor zijn wij niet de enigen met kinderen die zich alleen met de grootst mogelijke moeite kunnen losmaken van hun telefoon.
 

In China denken ze de oplossing te hebben gevonden

In China bleken ouders vergelijkbare problemen te ondervinden. De overheid kreeg naar eigen zeggen veel klachten van ouders over kinderen waarvan de schoolprestaties terugliepen en die sociaal vervreemd raakten. Dit vanwege hun gameverslaving.
Voor de Chinese overheid was dit reden om drastische maatregelen te treffen. Het is voor kinderen onder de 18 nu verboden om doordeweeks te gamen. Gamen mag alleen nog in het weekeinde. En dan maximaal 1 uur per dag.
Het is aan de aanbieders van games om dit af te dwingen. Kinderen moeten zich namelijk voor een game aanmelden met hun “sofinummer” en vervolgens wordt gezichtsherkenning toegepast. Dit alles om te voorkomen dat kinderen misbruik maken van het account van hun ouders of een oudere broer of zus.
 

Gaat het werken?

Voor wat betreft het online gamen zullen de maatregelen zoals die in China worden doorgevoerd wel werken. Maar hoe zit het met de games die lokaal worden geïnstalleerd? Of vanaf een CD ROM op een Play Station? En wat te denken van social media? Als ik kijk naar mijn eigen kinderen dan valt de tijd die ze besteden aan online gamen in het niet bij het gebruik van social media en de play station. Dus willen wij het schermgebruik van onze kinderen terug dringen dan moeten we toch echt als ouders aan de bak. We zouden ze natuurlijk het meest simpele mobiele abonnement kunnen geven en vervolgens de router slechts 1 uur per dag kunnen aanzetten. Iets wat overigens in deze tijden van thuiswerken weer hele andere vraagstukken oproept. Maar de vraag is ook…
 

Moeten we het willen?

Er is één of andere wijsheid die stelt dat je je kinderen niet mag beperken door je eigen verleden. Waarmee wordt bedoeld dat je kinderen niet zo op moet voeden zoals jezelf bent opgevoed omdat de tijden nu eenmaal veranderen.
Vanuit die gedachte hebben wij onze kinderen in eerste instantie alle ruimte gegeven om de digitale wereld te verkennen en zich die eigen te maken. En wat ik zie is dat zij daardoor wel een hele andere jeugd hebben dan wij hadden. De jongens lezen in ieder geval nooit een boek tenzij wij ze dwingen (“er is niets zo belangrijk voor je ontwikkeling als lezen”). Ze spelen minder vaak buiten dan wij deden en onmiskenbaar hebben ze door alle digitale prikkels méér dan wij concentratie-problemen op school.
Maar met uitzondering van een aantal van onze buurkinderen leven zij het leven dat al hun vrienden en vriendinnen ook leven. Ze hebben nog steeds intensief contact met elkaar, alleen zitten ze veel minder vaak fysiek bij elkaar. Ik vind dat armoede, maar dat kan zijn omdat ik iets anders gewend ben.
 

Alternatieve aanpak

Neemt niet weg dat wij onze kinderen steeds vaker vragen hun schermactiviteiten even te staken. Smartphones mogen aan tafel niet gebruikt worden. We geven daarbij aan dat we het gezellig vinden om af en toe samen een spel te doen of even samen te praten. Dat het goed is voor hun ogen, rug en nek als ze niet de hele tijd in dezelfde houding achter een scherm zitten. Dat het belangrijk voor hun woordenschat, hun verbeelding en hun algemene kennis is als ze meer lezen. We zetten daarmee in op gedragsverandering in plaats van technische beperkingen. We proberen ze te leren op een goede manier om te gaan met alle verleidingen.
 
Daarmee kiezen we ook voor de weg van de geleidelijkheid. Het veranderen van gedrag kost immers tijd. We zitten nu nog in de fase van “weten”. Daarna moeten ze nog willen, durven, mogen en kunnen. Het willen moeten ze zelf doen, het kunnen daar kunnen wij ze weer bij helpen. Ik doe dat soms toch door de stekker van de router er even uit te trekken: “sorry, we hebben een storing”. Bij het durven en mogen hebben we alle andere ouders nodig.