Grote verschillen leerlingen in digitale geletterdheid

Tussen leerlingen van hetzelfde opleidingsniveau bestaan grote verschillen in digitale geletterdheid. Dat laat de zojuist verschenen ‘Leerlingmonitor Digitale Geletterdheid 2020’ van Kennisnet zien. In elke klas zitten zowel heel vaardige als veel minder vaardige leerlingen. De grote meerderheid is wel vaardig in het zelf maken van digitale producten (zoals blogs), maar leerlingen vinden het moeilijker om relevante informatie te zoeken op het internet, een sterk wachtwoord te maken en ethisch bewust te handelen. Opvallend is dat zij wel bewust omgaan met hun eigen informatie, maar het moeilijker vinden om een afweging te maken van andermans privé-beelden op internet. Nu digitale geletterdheid mogelijk onderdeel wordt van het curriculum, staan leraren voor de ingewikkelde taak met die leerlingverschillen om te gaan. 

Hoe nu verder?

In het onderwijs wordt altíjd hard gewerkt. Maar afgelopen week was het de overtreffende trap. Nadat afgelopen zondag bekend werd dat de scholen op slot gingen moest iedereen vol aan de bak om het Leren en werken op afstand vorm te geven. En dat is gebeurd. Wat een energie kwam er vrij en wat een creativiteit!

Leren op afstand is vormgegeven
Scholen hebben het Leren op afstand allemaal op hun eigen manier vorm gegeven. En de één is verder dan de ander. In het PO hebben veel scholen ervoor gekozen kinderen lespakketjes in de vorm van boekjes mee te geven + de inlog van basispoort en Gynzy of Snappet. Bij de scholen van Flores Onderwijs in Arnhem waarvoor ik werkzaam ben zijn er die voor de bovenbouw eigenlijk al een volledige virtuele school hebben ingericht. Alle webbased toepassingen zijn ontsloten via een online startpagina, werk wordt uitgezet en ingeleverd via Google Classroom en ondertussen heeft de leerkacht contact met leerlingen en collega’s via Google Hangouts.

Hetzelfde zie je in het VO: scholen zoals het ONC Clauslaan in Zoetermeer en de Heemlanden in Houten die gelijk complete virtuele klassen hebben ingericht. Leerlingen volgen het rooster en de studiewijzers vanuit Magister of Som2day en hebben tijdens de roosteruren een videoverbinding met de desbetreffende docenten. Zelfs de gymlessen gaan hier en daar door middels video-instructies of een livestream. Mijn zoon wil al niet anders meer. Vindt het een geweldige oplossing.

Zorgen
Tegelijkertijd zijn er zorgen. Er zijn kinderen en ouders die de lespakketjes die klaar lagen niet hebben opgehaald en die telefonisch niet bereikbaar zijn. Het is bekend dat er nu kinderen thuis zitten in een situatie die niet veilig is vanwege huiselijk geweld. Er zijn ouders die hun inkomen zien wegvallen of het voortbestaan van hun bedrijf in gevaar zien komen en tegelijkertijd twee of drie kinderen moeten begeleiden bij het maken van hun schoolwerk. Mensen kunnen niet meer naar hun bejaarde ouders toe en zijn bang voor hun gezondheid.
De signalen zijn nu al dat een aantal ouders het de afgelopen week erg zwaar heeft gehad. Met als voordeel dat het respect voor de leerkrachten en docenten enorm is toegenomen.

Wat als het langer gaat duren?
Wat als deze situatie langer dan drie weken gaat duren? Van de mensen die ik afgelopen week sprak houden de meesten er ernstig rekening mee dat de scholen tot na de meivakantie dicht gaan. Vrienden van ons in Amerika gaan er op dit moment al van uit dat hun kinderen dit schooljaar niet meer naar school gaan. Wat als dit doemscenario zich ook hier ontknoopt?

Deze week al waren er diverse lokale, regionale en landelijke organisaties die het initiatief hebben genomen om ons op dergelijk scenario’s voor te bereiden. Het idee is dat wanneer de scholen langer dicht blijven voorzieningen moeten worden getroffen om ervoor te zorgen dat alle leerlingen contact kunnen hebben met hun leerkracht of docent. Hetgeen veronderstelt dat alle kinderen thuis over de benodigde apparatuur en een internetverbinding beschikken. De PO-raad, VO-raad en SIVON hebben bijvoorbeeld al het initiatief genomen om te inventariseren in hoeverre er bij scholen behoefte is aan devices die aan leerlingen meegegeven kunnen worden. Het Rijk heeft ook al geld beschikbaar gesteld voor de aanschaf. Praktisch probleem hierbij is echter dat de afgelopen maanden de productie van laptops, chromebooks etc in Azië stil heeft gelegen.

We staan nog maar aan het begin
Maar met hardware alleen zijn we er natuurlijk niet. Vanuit Vier in Balans weten we dat het geen zin heeft om massaal hardware uit te rollen als vervolgens niet de juiste software beschikbaar is en medewerkers en leerlingen hiermee kunnen werken. Voor veel scholen zou e.e.a. dus betekenen dat zij nieuwe toepassingen moeten implementeren en medewerkers, leerlingen en ouders ook nog moeten leren hoe het werkt. Een enorme uitdaging. Die direct onhaalbaar wordt wanneer er een totale lock-down zou komen. En waarmee de problemen van kinderen in een probleemsituatie niet worden opgelost.
Afgelopen week lijkt nog maar het begin. Er komen nog heel veel vragen op ons af de komende weken.

Blijven leren is niet het enige dat telt
Vanmorgen zag ik via Facebook een bericht voorbij komen van een leerkracht die aandacht vroeg voor het feit dat we in de tijd vooral ook niet moeten vergeten om stil te staan bij het geestelijke welzijn van de kinderen. Zij kunnen niet naar opa en oma, zien dat hun ouders ongerust zijn, zien hun vrienden en vriendinnen minder, kunnen niet meer sporten en uitgaan. Dit heeft ook impact voor hen. Het is goed daarbij stil te staan en tijd en ruimte aan ze te bieden om hierover te praten. Het volgen van het rooster is een mooi streven. Maar laten we af en toe ook ruimte aan de kinderen bieden om hun hart te luchten. En misschien is het wel goed als een videogesprek een keer volledig uit de hand loopt en de leerlingen even kunnen lachen met elkaar.
Het is in principe goed om het onderwijs door te laten gaan. Maar laten we niet vergeten dat het ongekende tijden zijn. Iedereen staat onder druk en veel mensen zijn angstig. Daar moet ook bij worden stil gestaan. In het belang van leerkrachten en docenten, leerlingen en ouders. We zitten met zijn allen in dezelfde slechte film.

Auteur: Bert van de Bovenkamp

Verliest het onderwijs de greep op digitalisering?

De toepassing van kunstmatige intelligentie (ai) in het onderwijs behoeft bijzondere aandacht. Universiteiten, hogescholen en andere onderwijsinstellingen zetten hier steeds meer op in. De kans bestaat echter dat ze overspoeld raken door commerciële leerplatformen. De onderwijswereld loopt daardoor het gevaar de greep op digitalisering kwijt te raken, waarschuwt Bart Karstens, onderzoeker van het Rathenau Instituut. “Als marktwaarden de overhand krijgen, dan kunnen de publieke waarden, waarop het onderwijs is gestoeld, onder druk komen te staan.” Denk daarbij aan zaken als privacy, veiligheid en controle over de technologie. Karstens sprak tijdens het symposium ‘Education and learning in the age of ai’, dat de Technische Universiteit Eindhoven onlangs organiseerde. 

Les geven op afstand als antwoord op Covid 19

Het kabinet heeft gisteren besloten dat de scholen voorlopig open blijven. Echter, er zitten al heel wat leerlingen thuis met corona-verschijnselen, de meeste schoolleiders verwachten dat ze komende week sowieso groepen leerlingen naar huis moeten sturen omdat steeds meer leerkrachten/docenten ziek worden en de vervangingspools zijn opgedroogd, en er wordt serieus rekening mee gehouden dat de overheid in de loop van volgende week alsnog het besluit neemt de scholen te sluiten. Er wordt dan ook op veel plekken al volop gas gegeven om het lesgeven op afstand vorm te geven. De examens en de eindtoetsen zitten er immers ook aan te komen.

Oplossingsrichtingen
Veel scholen werken natuurlijk al met Office 365 of Google for Education. Beide omgevingen bieden voldoende mogelijkheden om het lesgeven op afstand vorm te geven. Via Teams of Google Classroom kunnen opdrachten worden klaargezet voor leerlingen. Daarnaast omvatten beide omgevingen oplossingen voor videogesprekken en streaming, zodat er ook desgewenst ook online instructie gegeven kan worden. Op De Confetti, een school die onderdeel is van Stichting Florēs Onderwijs waar ik al enige tijd actief voor ben, is er vandaag proef gedraaid met de bovenbouw zodat de leerkrachten en leerlingen zijn voorbereid. Gisteren hebben we op stichtingsniveau ook al voorbereidingen getroffen om leerlingen desnoods een chromebook in bruikleen te geven voor het geval het lesgeven op afstand een feit wordt en leerlingen thuis geen device beschikbaar hebben.

Voordeel van een webbased strategie
Het voordeel wat een school als De Confetti (net als alle ander scholen binnen de stichting Florēs Onderwijs ) heeft is dat haar hele digitale leer- en werkomgeving webbased is. De omgeving is ingericht om tijd- en plaatsonafhankelijk leren en werken mogelijk te maken. En doordat Google deze week heeft aangegeven dat voor Hangouts de voorwaarden van de Google for Education omgeving van toepassing zijn kunnen nu ook leerlingen hiermee werken zonder dat de privacy in het geding is. Leerlingen en leerkrachten hebben zodoende op een willekeurig apparaat alle vereiste functionaliteiten inclusief de educatieve toepassingen beschikbaar. Scholen die dat willen kunnen dus, mocht de school alsnog dicht moeten, actief met hun leerlingen aan de slag. Voorwaarde daarbij is uiteraard wel dat de leerkrachten weten hoe de diverse toepassingen die nodig zijn voor de communicatie met de leerlingen werken. Bij De Confetti is dat in ieder geval zo.

Leveranciers bieden helpende hand, echter …..
Voor scholen die minder ver zijn met het tijd-en plaats-onafhankelijk werken wordt het een stuk lastiger wanneer onverhoopt de scholen volgende week dicht moeten. Leveranciers proberen hen op allerlei manieren tegemoet te komen. Zo kan het komende half jaar gratis gebruik worden gemaakt van Office 365. Google heeft zoals hiervoor aangegeven Hangouts tijdelijk gevoegd aan de Google for Education suite (waardoor andere voorwaarden van toepassing zijn). Echter, het gaat natuurlijk nooit lukken om binnen een week dergelijke omgevingen in te richten en de medewerkers er ook nog eens mee te leren werken.

Bij een heel aantal scholen zal dus een groot beroep worden gedaan op de creativiteit van de leerkrachten en docenten. Of men moet zich erbij neerleggen dat niet alle leerlingen meer les kunnen krijgen en prioriteit geven aan de eindexamenkandidaten respectievelijk de groep 8′ ers.

Aanvulling per 15 maart: de ontwikkelingen gaan hard. Inmiddels heeft Basispoort het voor leerlingen mogelijk gemaakt om vanuit huis in te loggen. Dit betekent dat veel methodegebonden software vanuit huis gebruikt kan worden.
Partijen als Gynzy, Snappet en Squla stellen hun software gratis ter beschikking. Natuurlijk kun je dergelijk software niet zomaar inzetten als je er nog nooit mee hebt gewerkt. Waar ik het hiervoor nog had over een aantal dagen voorbereidingstijd lijkt het er op het moment van schrijven op dat er nog maar een halve dag voorbereidingstijd is.

Auteur: Bert van de Bovenkamp

Aanvullend onderwijs moet gratis worden

De Tweede Kamer heeft op 3 maart een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht scholen te stimuleren om, waar nodig, zoveel mogelijk gratis aanvullend onderwijs aan te bieden aan hun leerlingen. Het aanbieden van betaald aanvullend onderwijs in de school, in samenwerking met particuliere instituten, zou juist zoveel mogelijk moeten worden ontmoedigd. Behoorlijk wat scholen hebben al een kosteloos aanbod voor leerlingen: 31 procent van de vo-leerlingen maakte in 2018-2019 gebruik van een vorm van aanvullend onderwijs, waarbij 13 procent van de leerlingen van een onbetaalde vorm. Daarnaast werken steeds meer scholen met een vorm van onderwijs waarin leerlingen zelf kunnen bepalen in welke uren zij in een bepaald vak extra les volgen.

Realiseren ict-ambities mbo niet zo makkelijk

Het realiseren van ict-ambities in het mbo blijkt een behoorlijke opgave, zo blijkt uit de ‘Ict-monitor mbo 2019’. Er is meer aandacht voor digitalisering. Zowel voor voorzieningen als personeel. Het gebruik van het aantal laptops en/of tablets, voornamelijk door medewerkers, is  ten opzichte van twee jaar geleden bijna verdubbeld. Instellingen maken meer gebruik van online leeromgevingen en digitaal examineren. Er wordt steeds vaker gebruikgemaakt van analysesoftware. De instellingen maken dus goede stappen, maar op basis van de uitkomsten van het onderzoek zijn er ook enkele zorgen. Een van die zorgen is de kloof die ontstaat tussen vraag en aanbod naar ict. Er is betere afstemming nodig tussen onderwijsteams en ict-personeel. Een tweede zorg is het gebrek aan goede digitale vaardigheden bij het onderwijzend personeel. Op basis van de onderzoeksresultaten, zijn er ook zorgen over het  goed regelen van informatiebeveiliging en privacy (IBP) binnen de instellingen.