Volgens het AD was het vorige decennium het tijdperk van de smartphone. Het apparaat dat ons beter kent dan we onszelf kennen. En waar we in no time mee vergroeid zijn. We zijn, zo stelt het AD in feite verworden tot cyborgs waarbij de smartphone een fantoomledemaat is. Een ledemaat dat ons volgens deskundigen minder gelukkig maakt, zorgt voor ADHD-achtige symptomen, ons vertrouwen in anderen schaadt, maakt dat we minder gefocust zijn, ons minder emotioneel verbonden voelen en minder diepzinnige gesprekken voeren.
Herkenbaar?
Zelf heb ik de indruk dat ik de zaak redelijk onder controle heb. Zodra de smartphones op de markt kwamen had ik er één. Maar ik heb hem nooit mee naar bed genomen en als ik met mensen in gesprek ben staat hij inmiddels op “stil” of ligt hij op z’n kop zodat ik geen inkomende berichten zie. Ik merk dat mijn omgeving daar soms onrustig van wordt omdat ik niet binnen een minuut op een appje reageer. Maar ja, ik heb ook gemerkt dat wanneer ik de telefoon steeds naast me heb liggen en ik op ieder piepje reageer ik nergens meer aan toe kom en het concentratievermogen van een amoebe heb. Daar schiet denk ik ook niemand iets mee op.
Kijk ik naar mijn kinderen en sommige volwassenen in mijn omgeving dan is het beeld heel anders. Mijn twee jongste kinderen nemen hun smartphone ’s avonds niet mee naar boven (de oudste dus wel) maar het laatste wat ze doen voordat ze naar bed gaan is snapchat checken en het eerste wat zij ’s morgens doen is .. hetzelfde. Ik weet dat er ook hele volksstammen zijn die de telefoon wel mee naar bed nemen. En kijk eens in de trein. Als er al een gesprek gevoerd wordt is dat via Facetime.
De kinderen hebben inderdaad moeite om zich te concentreren, denken zelf dat ze ADHD hebben en zijn nauwelijks te bereiken als ze weer met de doppen in hun oren op de bank hangen. Misschien geldt het voor de kinderen minder, maar ik wordt er af en toe wel een beetje ongelukkig van.
De bron van alle ellende
En hoe is het toch mogelijk? Ik ben deze vakantie begonnen in het boek “De meeste mensen deugen” van Rutger Bregman. Volgens hem zijn wij als homo sapiens boven komen drijven doordat wij in tegenstelling tot andere diersoorten vriendelijk zijn en ons kunnen verbinden met anderen. Je zou dus zeggen dat we van nature behoefte hebben aan contact.
De verklaring is volgens Bregman dat sinds we als mensen zijn gaan wonen in nederzettingen en deze nederzettingen steeds groter werden we het als mensen in feite in sociaal opzicht niet meer konden bolwerken. En dus gaan we op zoek naar een omgeving die we wel kunnen behappen. En die vinden we blijkbaar op onze smartphone en binnen de social apps. Dit zou kunnen verklaren waarom “groups” op Facebook nog steeds groeit als kool. Lekker je eigen bubble creëren.
Je zou dus kunnen zeggen dat de oorsprong van alles ligt in de socio-demografische ontwikkelingen. Een hoopvol beeld zo aan het begin van het nieuwe decennium als je kijkt naar de groei van de wereldbevolking en de verstedelijking die plaatsvindt …
Wens om het anders te doen
Kijkend naar wat er de afgelopen weken geschreven werd viel mij op dat er inmiddels allerlei bewegingen zijn die er voor pleiten het gebruik van de smartphone terug te dringen. Mensen moeten het gesprek weer met elkaar aangaan en los komen van hun fantoomledemaat, is de gedachte. Sire heeft bijvoorbeeld een campagne opgestart met een filmpje waarin een dochter haar moeder vraagt alsjeblieft weer aandacht aan haar te besteden. Cafe’s in Utrecht, zo las ik, leggen steeds meer bordspellen neer om ervoor te zorgen dat bezoekers hun telefoon wegleggen. En er is een initiatief als gogray.today dat mensen ertoe probeert over te halen het scherm van hun smartphone op grijs te zetten zodat het minder aantrekkelijk is. Een initiatief dat overigens gefaciliteerd wordt door de grote producenten van smartphones.
Kunnen we nog wel anders?
Ik ben benieuwd of het gaat werken. Of er niet sprake is van een onomkeerbare beweging die voor onze kinderen een gegeven is en waar we als volwassenen mee moeten leren leven. De smartphone en de bijbehorende apps brengen ons heel veel gemak, genot en gewin. Via social media vindt je oude vrienden terug die je uit het oog was verloren en heb je meer dan voorheen contact met familie op afstand. Je kunt díe video’s kijken die jij leuk vindt en je kunt er spelletjes op doen. Alleen of samen met anderen. En misschien heeft Bregman wel gelijk en hebben we onze toeclucht tot de smartphone genomen om te overleven. Of misschien heeft Bregman wel geen gelijk en zijn wij in de kern helemaal geen sociale wezens maar individualisten en sluit de smartphone daar perfect op aan.
Geen idee. Het is leuk om er over te filosoferen, maar ook best wel lastig om antwoorden te vinden.
Wens voor het nieuwe jaar
Wat ik iedereen in ieder geval toewens is een jaar waarin de balans wordt gevonden tussen de digitale wereld en de analoge wereld. Dat iedereen gebruik maakt van de voordelen van de smartphone zonder verslaafd te zijn/raken en anderen uit het oog te verliezen. Dat iedereen veel momenten van geluk kent, een goed gesprek kan voeren wanneer hij/zij daar behoefte aan heeft en het beste uit zichzelf weet te halen. Voor sommigen kan het wellicht helpen als zij hiervoor hun telefoon op grijs zetten (gogray.today), anderen hebben wellicht genoeg aan het spotje van Sire en hebben de knop inmiddels zelf omgezet.
Auteur: Bert van de Bovenkamp